Als Fleur een dagboek van haar overleden moeder Anke vindt, voelt ze zich weer even verbonden met haar. Maar naarmate ze meer leest, worden de verhalen steeds grimmiger. Anke heeft als kind de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog doorstaan, wat een onuitwisbare stempel heeft gedrukt op haar leven. Maar daarbovenop droeg zij ook de schaamte als nakomeling van ‘foute’ ouders. Dit ontroert en overvalt Fleur, omdat haar familie niet is wie ze altijd dacht dat ze was. Ze vraagt zich af welke gevolgen deze ontdekking zal hebben voor haar eigen identiteit en toekomst.